Dit is ongetwijfeld de meest voorkomende vorm van openbare verlichting. Denk aan verlichtingsinstallaties voor het verlichten van straten, fiets- en wandelpaden maar ook van tunnels, waterlopen, markt- en speelpleinen of gelijkvloerse parkeerterreinen.
Hoe verloopt de samenwerking met Fluvius?
Stap 1: aanvraag
- Fluvius ontvangt de vraag om op een bepaalde plaats verlichting te voorzien.
Stap 2: Fluvius maakt een voorstel
- Mogelijke analyses
- Duidelijke definiëring van het project: is het een nieuw project of een aanpassing van de bestaande installatie? Zijn er bepaalde eisen met betrekking tot lichthinder? …
- Ruimtelijke analyse: over welk type ruimte gaat het (bv. landelijk, residentieel)? Hoe is het landschap? Hoe zit het met de dag- en nachtbeleving? Zijn er elektrische netten?
- Functionele analyse: wat is het doel van de openbare verlichting? Zijn er scholen in de buurt? …
- Gedragsmatige analyse: hoe gedragen de verkeersdeelnemers zich? Wie zijn deze gebruikers? …
- Extra analyse: heeft het lokale bestuur een masterplan? …
- Ontwerp
- Deze analyse dient als basis voor het ontwerp. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verwachting van het lokale bestuur, de eindgebruiker en de geldende normering.
- Evaluatie
- Het energieverbruik en de mogelijke CO2-besparing wordt onderzocht.
- Ontwerprapport
- Dit omvat onder meer het grondplan, stuklijst met type verlichting, lichtberekeningen, …
Stap 3: goedkeuring
- Het lokale bestuur keurt het ontwerp goed. Het lokale bestuur prioriteert en houdt rekening met wegeniswerken.
Het Belgisch Instituut voor Verlichtingskunde (BIV) publiceerde een Code van goede praktijk voor openbare verlichting. Deze code is een aanvulling om dieper in te gaan op algemene begrippen zoals verlichtingssterkte, onderhoudsfactor en lichthinder. Deze geldt ook om aanvullende aspecten te behandelen zoals dimensionering, rationeel energiegebruik en controle van de prestaties van de verlichtingsinstallatie. Je kan de volledige code via onderstaande links raadplegen: