Het masterplan openbare verlichting dat Fluvius aanbiedt aan lokale besturen biedt de steden en gemeenten een solide basis aan voor hun beleidsplan. In de loop van 2024 wordt een nieuwe versie van het masterplan voorgesteld. De aanleiding hiervoor zijn zowel de nieuwe informatie over de impact op plant en dier als de mogelijkheden van interactieve verlichting. Deze nieuwe versie biedt ook meer mogelijkheden om volop in te zetten op ‘licht op maat’. Een pilootproject in Willebroek toont de mogelijkheden van dit masterplan duidelijk aan.
Fluvius en de lokale besturen zetten volop in om alle openbare verlichtingspunten tegen 2028 uit te rusten met energie-efficiënte led. Daarnaast biedt interactieve verlichting nog extra mogelijkheden. Daarom is het belangrijk nu al na te denken over het beleid qua openbare verlichting en het antwoord te zoeken op de vraag: waar is verlichting nodig en wanneer? De nieuwe informatie over de impact op het milieu en de nieuwe interactieve verlichtingstoestellen vormt een goede basis om een nieuw of aangepast beleidsplan of verlichtingsplan uit te bouwen.
"De interactieve verlichtingstoestellen met daarop een communicatiemodule kunnen we individueel aansturen. Op die manier kunnen we het juiste licht laten branden op het juiste moment op de juiste plaats."
Walter Geerts - Product Manager openbare verlichting bij Fluvius
In het nieuwe masterplan wordt daarom niet alleen extra informatie over de interactieve verlichtingstoestellen en de nieuwe brandprogramma’s opgenomen. De grote nieuwigheid in het masterplan is de informatie die terug te vinden is op de ecologische duisternisbehoeftekaart van het Agentschap Natuur & Bos (ANB).
De ecologische factor
Door de integratie van de ecologische duisternisbehoeftekaart in het nieuwe masterplan vinden we niet alleen een goed evenwicht tussen veiligheid, veiligheidsgevoel en sociale beleving, we houden ook rekening met de impact op mens en milieu.
De ecologische duisternisbehoeftekaart toont aan welke gebieden belangrijk zijn voor de biodiversiteit. Deze bron van informatie is opgebouwd uit meerdere kaartlagen die toelaat per zone na te gaan hoe belangrijk de ecologische waardering voor die zone is en dus ook hoe kwetsbaar een gebied is voor lichtvervuiling.
Hoe donkerder een gebied is ingekleurd op de kaart, hoe groter de nood aan duisternis voor flora en fauna. Zo worden natuurgebieden en waterlopen donkerder ingekleurd dan bijvoorbeeld woonwijken. De kaart biedt op die manier de nodige informatie aan lokale besturen om het evenwicht te zoeken tussen de veiligheid van hun stad of gemeente enerzijds en de natuur anderzijds.
"De helft van de flora en fauna in onze gebieden is afhankelijk van schemering of duisternis. Extra aandacht voor het juiste licht op de juiste plaats en op het juiste moment is in bepaalde gebieden is dan ook erg belangrijk."
René Meeuwis – Beleidsmedewerker Omgeving & Ontsnippering bij Agentschap Natuur & Bos
Proefproject in Willebroek
De gemeente Willebroek wilde graag aan de slag met deze nieuwe aanpak om haar beleidsplan te herzien en gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden. Daarom stapte de gemeente maar al te graag mee in het pilootproject dat haar door Fluvius en het Agentschap Natuur & Bos werd aangereikt.
"De samenwerking tussen de verschillende partijen leidde tot een volledig nieuw masterplan voor de openbare verlichting waarbij we niet alleen fors konden besparen, maar waarbij we onze openbare verlichting optimaal hebben kunnen afstemmen op maat van mens en milieu."
Tom Verschueren - Medewerker Dienst Openbare Werken & Mobiliteit bij gemeente Willebroek
Tom Verschueren van de gemeente Willebroek licht de samenwerking toe: “Beide partijen hebben ons heel wat bronmateriaal aangereikt. Voor het Agentschap Natuur & Bos was dat de ecologische duisternisbehoeftekaart. Deze bron werd naast heel wat andere bronnen gelegd, waarvan er heel wat werden aangereikt door onze tweede partner, Fluvius. Zij bezorgden ons de nodige kaartlagen met de aanduiding van de huidige deelruimten (ons RMP uit 2017), maar ook de diverse lichtpunten en het type lichtpunt: klassieke verlichting versus ledverlichting versus interactieve ledverlichting. Daarnaast bezorgden ze ons een duidelijk overzicht van mogelijke nieuwe brandprogramma’s per deelruimte, gebaseerd op metingen binnen het Mechelse en uiteraard binnen de geldende normeringen. Ook de mogelijkheid tot doven of dieper dimmen werd daarbij duidelijk weergegeven. Tot slot konden we natuurlijk nog beschikken over onze eigen bronnen zoals kennis over het wegennet en de wegcategorisering, maar ook toekomstige ontwikkelingen en projecten die een impact kunnen hebben op de openbare verlichting.”
“Op basis van al die informatie werd een volledig nieuw masterplan voor openbare verlichting opgemaakt op maat van mens en milieu”, vult Tom verder aan. “700 van de 4 710 verlichtingstoestellen worden uitgerust met nieuwe brandprogramma’s. Verder zouden we ook de andere deelruimten aanpakken en daar ook nog maximaal (dieper) dimmen toepassen. Doel daarbij is vooral in de zones met een hogere duisternisbehoefte te kunnen doven tijdens de nachtelijke uren. Zo beperken we de lichthinder waar dat noodzakelijk is. Bijkomend voordeel van dit nieuwe masterplan is trouwens ook een aanzienlijke besparing op het energieverbruik en bijhorende kosten. Voor de zones waar we enkel tijdens de werkweek doven gaat het om een besparing van zo’n 30 procent, in de deelruimten waar we de ganse week de verlichting zullen doven kan dit zelfs oplopen tot 40 procent of meer.
Nieuw beleidsplan openbare verlichting voor lokale besturen
De lessen die we geleerd hebben uit dit pilootproject wil Fluvius natuurlijk delen met andere lokale besturen. Zo zullen wij de geïnteresseerde steden en gemeenten dezelfde aanpak voorstellen. Op die manier kunnen ook zij aan de slag met nieuwe beschikbare informatie en met de nieuwe mogelijkheden om hun beleid te evalueren.
Het pilootproject in Willebroek toont trouwens opnieuw het potentieel van interactieve verlichtingstoestellen aan. Waar men met klassieke openbare verlichting slechts op een beperkt aantal plaatsen kan dimmen tot 50 procent, is er met de nieuwe toestellen heel wat meer mogelijk. Dankzij de communicatiemodule op de interactieve verlichtingstoestellen kan de verlichting vanop afstand worden aangestuurd. De toestellen kunnen eenvoudig gedimd worden tot 30 procent van het oorspronkelijke lichtniveau. Zo zorgen ze voor energiebesparing, minder CO2-uitstoot en minder lichthinder. Bovendien hebben we voor deze interactieve verlichtingstoestellen ook nieuwe brandprogramma’s ontwikkeld zodat – al naargelang de noden van een stad of gemeente – kan gekozen worden voor dieper dimmen en doven.