Licht-als-een-dienst

Via deze pagina geven Fluvius en VVSG alle steden en gemeenten graag meer informatie over het aanbod Licht-als-een-dienst voor ombouw van openbare verlichting naar leds tegen 2030. Algemene info over openbare verlichting vind je op: www.fluvius.be/openbareverlichting.

Heb je vragen die hier niet aan bod komen? Neem dat contact op met je relatiebeheerder of stuur een e-mail.

Licht-als-een-dienst

Fluvius biedt een aanbod ‘Licht-als-een-dienst’ om steden en gemeenten te helpen bij de ombouw van hun straatverlichting naar led. Is dat aanbod verplicht? Wanneer moeten lokale besturen overstappen?

Het is een aanbod. Elk lokaal bestuur beslist zelf of het op dit aanbod in gaat of niet. Dit is geen verplichting en het aanbod is omkeerbaar. Als een lokaal bestuur ingaat op dit aanbod, dan brengt het haar lichtpark (lichtmasten en verlichtingstoestellen) in bij de distributienetbeheerder. Hiervoor ontvangt het lokaal bestuur 25% van de expertisewaarde in cash en 75% in aandelen. Voor het toekennen van deze aandelen is een beslissing van de Algemene vergadering van de distributienetbeheerder nodig. 
In 2019 waren er twee Algemene vergaderingen waarop deze beslissing kan genomen worden, één in juni en één in december. Als een lokaal bestuur geen gebruik wenst te maken van het instapmoment in december, is er in juni 2020 opnieuw de mogelijkheid om gebruik te maken van dit aanbod.

Er wijzigen nog teksten in de afspraken (bijvoorbeeld de operationele overeenkomst). Wat met lokale besturen die reeds instapten?

De lokale besturen die reeds instapten kunnen ervoor kiezen om de nieuwe operationele overeenkomst met Fluvius te ondertekenen. Ze worden op gelijke voet behandeld. Eventuele nieuwe afspraken gelden ook voor hen.

Als een bestuur niet instapt, wat betekent dit dan concreet?

De dienstverlening voor lokale besturen blijft dezelfde, al mikken we met licht-als-een-dienst standaard op een ombouw tegen 2030. Wat wel wijzigt bij het nieuwe aanbod is de financiering van de projecten openbare verlichting en de administratieve verwerking. Bij de lokale besturen die toetreden wordt namelijk jaarlijks een forfait afgehouden van het resultaat elektriciteit, i.p.v. een offertering en facturatie door Fluvius per project. Ook met lokale besturen die niet intreden kan een meerjareninvesteringsplan afgesproken worden en kunnen jaaractieplannen opgesteld worden ter realisatie van deze budgetten. 

Wat is het verschil tussen al of niet ingaan op het aanbod “Licht-als-een-dienst”?

RubriekLokaal bestuur stapt inLokaal bestuur stapt niet in
AlgemeenMogelijkheid om sneller te anticiperen op technologische evoluties
AlgemeenAdministratieve ontzorging en voordelen op financieel vlakOV-infrastructuur blijft eigendom van het lokaal bestuur
AlgemeenPlanmatige gestructureerde aanpak op grote schaal
Beleid openbare verlichtingRol van wegbeheerder en beheerder van het openbare domein
Beleid openbare verlichtingAanbod netbeheerder met meerjarig investeringsplan dat vertaald wordt in jaaractieplan met periodieke rapportering (realisatiegraad en effect op energieverbruik en CO2).
Uitvoering beleidAmbitie is om te verledden tegen 2030.
Mogelijkheid om dit te realiseren door aanbod DNB.
Uitvoering beleidPeriodiek overleg en rapportering m.b.t. Jaar actieplanIdem of projectmatige aanpak.
Financieel administratiefCash en aandelen voor ingebrachte installaties. Gezien effect vennootschapsbelasting is cashgedeelte verworven
Financieel administratiefInvesteringen door de netbeheerder (per lokaal bestuur) gespreid in de tijd aangerekendInvesteringen door het lokaal bestuur
Financieel administratiefVoordelen effecten vennootschapsbelasting m.b.t. kosten openbare verlichting (al dan niet met optie energieverbruik).
Financieel administratiefEffecten op Autofinancieringsmarge door afhouding jaarresultaat van het forfait openbare verlichtingEffecten op Autofinancieringsmarge door eigen financiering en aanrekening
Financieel administratiefSterke vereenvoudiging en ontzorging door eenmalige afhouding van het jaarresultaat elektriciteit per jaar van vooraf vastgelegd driejaarlijks forfait met rapportering over kosten en baten OVOffertering en facturering per project.
Dividend elektriciteit blijft behouden.
Financieel administratiefAll-in forfait voor openbare verlichtingAparte aanrekeningen voor investeringen, onderhoud, verplaatsingen,…

Als een lokaal bestuur intekent op “Licht-als-een-dienst”, wat verwacht Fluvius dan van het lokaal bestuur?

Wat de inbreng van het lichtpark bij de netbeheerder betreft, wordt aan het lokaal bestuur gevraagd om dit te bevestigen via een gemeenteraadsbesluit. Na een beslissing op de Algemene vergadering van de netbeheerder zal er een notariële akte verleden worden.
Daarna wordt er elk jaar een jaaractieplan opgesteld als basis voor alle werken aan de openbare verlichting. Het is dan ook van belang dat het lokaal bestuur het jaaractieplan telkens goed evalueert (i.f.v. hun geplande projecten) en valideert. Per project zal er geen aparte offerte of factuur opgemaakt worden.

Als het lokaal bestuur met een derde partij in zee wil gaan voor verledding of Smart Cities-toepassingen, wat betekent dit dan voor de samenwerking lokaal bestuur-Fluvius?

Wat Smart Cities-toepassingen betreft, is er in de operationele overeenkomst opgenomen dat Fluvius een faciliterende rol heeft. Als het lokaal bestuur bv. Smart City-toepassingen op de lichtmasten wil installeren, dan kan dat op voorwaarde dat de netbeheerder een positief technisch advies geeft. Anderzijds zal Fluvius het lokaal bestuur informeren over vragen hieromtrent die bij haar toekomen. Elk lokaal bestuur heeft het finale beslissingsrecht m.b.t. wat er op de lichtmasten komt. Steden en gemeenten kunnen evenwel een beroep doen op de netbeheerder voor de concrete behandeling van aanvragen van derden.
De ombouw van de verlichting naar leds hoort bij de dienstverlening van de distributienetbeheerders. Om redenen als technologische evolutie (bepaalde verlichtingstoestellen worden niet meer gemaakt), energie-efficiëntie (ledlampen zijn veel zuiniger) en op vraag van lokale besturen, biedt de distributienetbeheerder een planmatige aanpak met financiering aan met een vereenvoudigde administratieve verwerking. Onderdeel van deze aanpak is werken met geschikt materiaal en competente aannemers. Fluvius kan als neutrale, onafhankelijke partij zorgen voor een marktconforme aanbesteding en schaalvoordelen, en zorgt voor stabiliteit op lange termijn.  
Indien een lokaal bestuur de exploitatie van de OV (incl. verledding) aan een derde wenst te kunnen gunnen, zonder tussenkomst van Fluvius, dan moet het voor die activiteiten uit de netbeheerder stappen. Dat vereist een gemeenteraadsbeslissing (en een toestemming op niveau van de Algemene vergadering van de netbeheerder). De coördinatie van een aantal activiteiten op het scheidingsvlak tussen de verlichtingsinstallaties en het distributienet moeten dan door het lokaal bestuur zelf opgenomen worden (aansluiting, defecten, schadegevallen,...). Die installaties moeten ook aan de technische voorschriften blijven voldoen (Synergrid normen). 

Wat zijn de verschillen tussen het Fluvius-aanbod en het aanbod dat verlichtingsfabrikanten of aanbieders van Smart City-toepassingen in de markt zetten?

Een meer gedetailleerde vergelijking is mogelijk als deze informatie overgemaakt wordt. Fluvius biedt in ieder geval een neutraal en objectief advies aan m.b.t. de mogelijkheden op het vlak van openbare verlichting. Lokale besturen zullen kunnen blijven kiezen tussen de verschillende systemen en producten openbare verlichting die op de markt aangeboden worden voor zover deze voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Fluvius waakt erover dat geen merkgebonden oplossingen worden gebruikt die latere keuzes en oplossingen uitsluiten. In het huidige aanbod zijn er bijkomend voordelen op het vlak van financiering die mogelijk zijn omdat de lokale besturen aandeelhouders zijn van de distributienetbeheerders. Zo komen de effecten op het vlak van de vennootschapsbelasting ten goede van de lokale besturen. De gezamenlijke en gestructureerde aanpak biedt schaalvoordelen voor alle lokale besturen. Dit maakt het mogelijk om de ambities van de lokale besturen waar te maken op het vlak van openbare verlichting en energiebesparing. En er is ook de omkeerbaarheid van het aanbod.

Hoeveel lokale besturen beslisten al om in te stappen?

Op datum van 31 oktober 2019 hadden al 85 lokale besturen formeel via gemeenteraadsbesluit beslist om toe te treden via het aanbod OV 2.0. De Limburgse lokale besturen, de Vlaams Brabantse lokale besturen (ex PBE) en enkele Antwerpse en Kempische lokale besturen (ex IVEG) brachten in het verleden reeds hun installaties in bij de distributienetbeheerder. Dit betekent dat op 31 oktober 2019 al ongeveer de helft van de Vlaamse lokale besturen hun installaties openbare verlichting bij de netbeheerder ingebracht hebben. En dat aantal neemt snel toe.

Lichtmasten en applicaties

Wie beslist er over het aanbrengen van eender wat op de lichtmasten?

Wat de lichtmasten betreft, is in de operationele overeenkomst duidelijk vastgelegd dat het lokaal bestuur altijd het laatste woord heeft. In de overeenkomst is hierover letterlijk opgenomen:

“De gemeente beslist over de plaatsing van apparaten op het gemeentelijk openbaar domein. De DNB zal als eigenaar van de installaties openbare verlichting elke aanvraag technisch beoordelen en adviseert de gemeente over de technische haalbaarheid en impact op veiligheid. Het advies van de DNB is enkel bindend in het geval de veiligheid of de werking van de openbare verlichting in het gedrang komt. De gemeente behoudt, in haar hoedanigheid van gemeentelijk domeinbeheerder, te allen tijde het finale beslissingsrecht.” 

Hoe zit het eigenaarschap van de data in mekaar? Wie zal beslissen over het al dan niet vermarkten van gegevens?

Fluvius heeft enkel een faciliterende rol m.b.t. Smart City-apparaten en heeft geen rol in het beheer van de gegevens die worden geregistreerd door die apparaten (bv. camera’s). Fluvius is dus nooit betrokken bij het vermarkten van gegevens. 
Wat openbare verlichting betreft, is het volgende opgenomen in de laatste versie van de operationele overeenkomst:
“Het lokaal bestuur heeft het recht de verzamelde OV-gegevens te kopiëren, te verdelen, voor te stellen, te reproduceren, te publiceren en te hergebruiken. Het lokaal bestuur dient onmiddellijk toegang te krijgen tot en volledig gebruik te kunnen maken van de ruwe OV-gegevens die Fluvius verzamelt. Dit geldt ook voor de historische gegevens. 
Fluvius zal op eenvoudig verzoek van de gemeente deze gegevens ter beschikking stellen conform de geldende wetgeving. Ook toegang tot persoonsgebonden gegevens kan in aanmerking komen, mits het opstellen van een protocolovereenkomst, en voor zover in lijn met de GDPR. Voor specifieke vragen m.b.t. deze gegevens waarvoor bijkomende handelingen nodig zijn, zal het lokale bestuur eerst geïnformeerd worden over de hiermee gepaard gaande kost.” 

Kan een stad of gemeente verkeersborden op de lichtmasten aanbrengen?

Verkeersborden zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst. Klassieke verkeersborden kunnen nog altijd op de lichtmasten aangebracht worden voor zover dit op een technisch correcte en veilige wijze gebeurt, net als voorheen. 

Bevatten de operationele overeenkomst, het ‘Fluvius-reglement openbare verlichting en diensten door de DNB aan de lokale besturen’ en het energiedecreet tegenstrijdigheden?

De operationele overeenkomst en het reglement zijn  geschreven met de andere documenten in het achterhoofd. Het algemene wettelijk kader wordt bepaald door het Energiedecreet en het Decreet Lokale Besturen.
Binnen dat kader is het ‘Fluvius reglement openbare verlichting en diensten door de DNB aan de lokale besturen’ tot stand gekomen. In uitvoering van dit reglement (eerder theoretisch kader) is finaal de operationele overeenkomst (eerder praktische afspraken) uitgewerkt.

Waarom is het nodig om het verlichtingspark in te brengen bij de assets van de distributienetbeheerder?

De eigendom van de lichtmasten kan ook bij de lokale besturen blijven. Het lokaal bestuur beslist dan om niet in te brengen. Via het aanbod “Licht-als-een-dienst” kan de stad of gemeente zijn lichtpark inbrengen bij de distributienetbeheerder, in ruil voor cash en aandelen. Daardoor kan de netbeheerder de investeringen in deze installaties voor haar rekening nemen. Alleen in dat geval wordt het voordeel vennootschapsbelasting gerealiseerd, dat terugvloeit naar de gemeenten-vennoten. Zonder inbreng blijven de investeringen ten laste van het lokaal bestuur.

Welke garantie is er dat de infrastructuur van openbare verlichting in publieke handen zal blijven?

De infrastructuur wordt ingebracht bij de distributienetbeheerders voor elektriciteit. De lokale besturen, die de (enige) aandeelhouders zijn van de distributienetbeheerders, beslissen zelf wat er met de aandelen of aandeelhouderstructuur gebeurt. 

Wie zal betalen bij schade door derden aan de lichtmasten of lichtinfrastructuur als de verantwoordelijke niet gevonden wordt?

De kosten die niet verhaald kunnen worden op een aansprakelijke derde, worden net als de andere kosten die nodig zijn om deze installaties in goede staat te houden, verrekend via het driejaarlijks forfait. 
Zonder inbreng wordt voor elke herstelling of vervanging van een paal een factuur overgemaakt aan het lokaal bestuur. Bij inbreng is er spreiding van het financiële risico.

Lichtplan en verlichting

Welke inspraak zal het lokaal bestuur hebben in het masterplan openbare verlichting dat door de netbeheerder wordt voorgesteld?

De operationele overeenkomst verandert daar niets aan. Er is dus geen verschil tussen de huidige samenwerking en het nieuwe aanbod. Als wegbeheerder is elke stad of gemeente eindverantwoordelijke (cf. reglement aanbod Openbare verlichting) en zijn beslissingsbevoegdheid is niet geïmpacteerd door het aanbod “Licht-als-een-dienst”. In beide gevallen zal Fluvius advies geven. 

Op termijn komt er een centraal aansturingssysteem voor alle interactieve lichtpunten. Welke doelstellingen en functionaliteiten heeft dit systeem?

Er is voor de openbare verlichting een centraal merkonafhankelijk aansturingsplatform in ontwikkeling zodat lokale besturen kunnen blijven kiezen tussen verschillende leveranciers van verlichtingstechnologie. Doel van dat centraal aansturingsplatform voor OV is dat er overal eenzelfde niveau van dienstverlening voor openbare verlichting blijft gelden (bv. in- en uitschakelen, dimmen,…) en dat de verschillende lichtmanagementsystemen met elkaar kunnen samenwerken. 
Bovendien zal de evolutie naar de interactieve verlichting meer mogelijkheden bieden aan de lokale besturen m.b.t. flexibiliteit in het aansturen van de openbare verlichting. De implementatie hiervan verloopt in verschillende stappen met in de eerste fase het vanop afstand kunnen aansturen van de interactieve verlichtingstoestellen met meer mogelijkheden tot dimming en meer keuze aan brandprogramma’s. De lokale besturen zullen geïnformeerd worden over de technologische mogelijkheden en kunnen ook hun noden kenbaar maken zodat dit de prioriteiten in de verdere ontwikkeling mee bepaalt. Met de lokale besturen worden dan afspraken gemaakt over hoe de aansturing op een veilige en efficiënte manier kan gebeuren voor bv. events of incidenten. 

Schematishe voorstelling dataplatform voor geconnecteerde verlichting

Ambitie ombouw straatverlichting in Vlaanderen

Fluvius en VVSG hebben de ambitie om heel Vlaanderen om te bouwen naar led. Kunnen lokale besturen dat afstemmen met de meerjarenplanning voor werken in het openbaar domein?

Het meerjareninvesteringsplan en jaaractieplan worden samen met het lokaal bestuur opgesteld met als leidraad het door het lokaal bestuur besliste masterplan. Er wordt hierbij maximaal rekening gehouden met de meerjarenplanning voor werken in het openbaar domein evenals de samenstelling van het lichtpark (vervangen van lampen die uit productie gaan en/of veel energie verbruiken). Indien deze doestellingen niet volledig combineerbaar zijn, wordt met de nodige flexibiliteit naar een gezond evenwicht gezocht. 

Welke impact heeft een massale verledding op de markt? Kan men oververhitting en prijsstijgingen uitsluiten?

Er zijn meerdere redenen om tot een snellere verledding (dan de voorbije jaren) over te gaan (technologische evolutie, energiebesparing,…) en 2030 werd hierbij als realistisch doel vooropgesteld door de betrokken stakeholders (VVSG, politiek via het Vlaamse regeerakkoord, federaties van fabrikanten en installateurs, netbeheerders,…). Er is door de netbeheerders een geleidelijke opbouw en een planmatige aanpak voorzien, zodat alle betrokken actoren zich hier op een gepaste manier op kunnen voorbereiden. 

Men wil nu snel verledden. Wat als de prijzen voor ledverlichting in de toekomst verder dalen?

De inschatting van de kosten voor verledding zijn op basis van de nu gekende informatie. De netbeheerder rekent de werkelijke kosten aan. Indien de prijzen dalen zal zich dat ook uiten in dalende kosten voor de investeringen. 
De keuze om nu te starten, is gemaakt omwille van reeds vermelde redenen (technologische evolutie met uit productie gaan van bepaalde types ontladingslampen en bedrijfszekerheid LED, verminderen energieverbruik, inspelen op andere maatschappelijke trends en behoeftes, politieke context,…).

Wat als een lokaal bestuur ervoor kiest om een investeringsritme van 30 jaar aan te houden en om niet te versnellen? Kan het lokaal bestuur dan ook instappen?

In het Vlaamse regeerakkoord is opgenomen “Ten laatste tegen 2030 wordt alle openbare verlichting omgebouwd naar leds”. Dat zal gebeuren door nauwe samenwerking tussen alle betrokken actoren waarbij bijzondere aandacht gaat naar korte doorlooptijden en kostenefficiëntie. Het is nog niet bekend of en hoe dit verder vertaald wordt in de regelgeving. Uiteindelijk ligt de keuze, rekening houdende met de omzetting van het regeerakkoord, bij het lokaal bestuur.
Als een lokaal bestuur kiest voor een investeringsritme van 30 jaar, dan zal het energieverbruik natuurlijk veel minder dalen en zijn er ook geen of minder andere voordelen van de technologische ontwikkelingen. 

Wat gebeurt er in 2030 als alle verlichting is omgebouwd naar leds?

In de periode na 2030 is er vandaag alleen zekerheid over de vervangingsinvesteringen die nodig zijn om de openbare verlichting op peil te houden. In de huidige modellen is al rekening gehouden met de impact van de interactieve verlichting. Of er na 2030 een nieuwe investeringsgolf nodig is, is vandaag nog niet in te schatten. 

Hoe houdt het aanbod “Licht-als-een-dienst” van Fluvius rekening met het masterplan verlichting en de lokale verlichtingsbehoeften?

Aan de lokale besturen is een budgettair voorstel bezorgd om te verledden tegen 2030. Dit meerjarige investeringsplan moet dan in samenspraak met het lokaal bestuur omgezet worden in concrete jaaractieplannen. Het masterplan dat eerder met het lokaal bestuur is opgesteld en gevalideerd, is hierbij de leidraad. Er is in het rekenmodel rekening gehouden met het feit dat om te verlichten volgens de norm een extra inspanning kan nodig zijn.

“1-op-1-vervanging staat niet gespecifieerd naar hoe dit aangepakt wordt. Volgens onze relatiebeheerder wordt er dan gezocht naar gelijke lichtintensiteit als de huidige maar dit vraagt van led veel meer wattage waarbij verbruikswinst verkleint of wegvalt. Hier moet meer duidelijkheid over komen.”

Elk dossier wordt individueel bekeken.  Er wordt maximaal gestreefd om 1-op-1-vervangingen uit te voeren, maar steeds in overeenstemming met het masterplan van het lokaal bestuur. Er zullen dus zones zijn waar 1-op-1 vervangingen niet mogelijk zijn of waar de besparing gering is. 

Maatwerk lokale besturen

Er wordt nu een standaardaanbod aangeboden. Wat zijn de keuzemogelijkheden voor een bestuur? Hoe kunnen specifieke eisen worden geïntegreerd?

Net als nu kan het lokaal bestuur nog andere dan de standaardtoestellen kiezen.

Wat is de langetermijnvisie van Fluvius over connectiviteit?

Connectiviteit of interactieve verlichting is de volgende stap in de technologische evolutie. Deze technologie waarbij de verlichtingstoestellen uitgerust zijn met een communicatiemodule en vanop afstand aangestuurd worden, vervangt geleidelijk de vorige waarbij de stuursignalen via het openbare verlichtingsnet kwamen. Aangezien het te duur en weinig efficiënt is om twee systemen in stand te houden, is de natuurlijke evolutie op lange termijn de stap naar een volledig interactieve openbare verlichting. 

Zijn we interactief klaar? Wat met de elektronische compatibiliteit en connectiviteit binnen 10 jaar?

Er wordt vanaf 2020 standaard voorzien in interactieve verlichtingstoestellen (met communicatiemodule). Samen met de leveranciers/fabrikanten wordt gewerkt aan meer standaardisatie. De aanzet is hiertoe gegeven op basis van de ervaringen met de pilootprojecten. 

Financieel plan

Op welke manier berekende Fluvius de financiële simulatie voor verledding?

Het financiële plan is gemaakt met een generiek model en kan aangepast worden in functie van de specifieke situatie van de gemeente. Het is een inschatting naar best vermogen van de nodige investeringen en andere kosten. Het zijn de werkelijke kosten die aangerekend zullen worden. 

De kosten voor afschrijvingen stijgen uiteraard jaarlijks door de investeringen die moeten gebeuren. Zet de nu vastgestelde stijging zich voort na 2030?

In onderstaande grafiek wordt de impact voor een lokaal bestuur getoond tot 2045. Hierin is zichtbaar dat de hoogste dividendimpact wordt bereikt in de jaren 2034 tem 2036; waarna de impact op het dividend terug afneemt vanaf 2037.  

Grafiek dividendimpact

Sommige lichtmasten zullen tegen 2030 ouder zijn dan 33 jaar. Zal de vernieuwing een stijging veroorzaken in de afschrijvingen?

De afschrijftermijn van lichtmasten bedraagt 33 jaar. Door de verledding en door de aanpassingen naar het masterplan van het lokaal bestuur worden ook de lichtmasten die moeten vernieuwd worden onder handen genomen. De veronderstelling in het financiële voorstel is dat er voldoende lichtmasten vervangen zijn in de eerste verleddingsgolf om de tweede te overbruggen. 

Wat gebeurt er na 2030?

Op 18 juni 2019 werd de voorafgaande beslissing genomen door de dienst Voorafgaande Beslissingen van FOD financiën, waarbij de aanvraag tot ruling werd bevestigd en zodoende de gewenste rechtszekerheid op het vlak van vennootschapsbelasting werd bekomen. In afwijking op de gebruikelijke termijn van vijf jaren, werd deze voorafgaande beslissing genomen met een looptijd tot en met 2030. Tegen dan moet een nieuw dossier ingediend worden. Zekerheden kunnen niet gegeven worden. Fluvius is hiervoor zelf volledig afhankelijk van de FOD-financiën.

Hoe bepaalt Fluvius de waarde van de lichtparken?

De waardebepaling is gebeurd op basis van de technische databank. Indien er activa moeten meegenomen worden in de waardebepaling die niet in de technische databank zitten dan wordt dit geval per geval bekeken. De inventaris van de technische databank waarop de waardebepaling is gebeurd, kan aangeleverd worden aan het lokaal bestuur. 
De afwijking van de overnameprijs en de boekwaarde van het lokaal bestuur kan diverse redenen hebben. Een van de meest voorkomende redenen is een verschillende afschrijvingstermijn. De waarderingsmethodiek wordt geattesteerd door de bedrijfsrevisor en is uniform voor Fluvius.

Kan het voorstel aangepast worden zodat ook het energieverbruik in het voorstel is inbegrepen en ten laste is dan Fluvius?

Indien een lokaal bestuur deze optie wenst te nemen (dus energieverbruik als onderdeel van “Licht-als-een-dienst”), moet voor elk lokaal bestuur nagekeken te worden of er voldoende jaarresultaat zal zijn.  Op basis van een eerste simulatie werd reeds vastgesteld dat dit voor enkele lokale besturen mogelijk niet het geval zal zijn. Nuttig is om hiervoor over de meest recente elektriciteitsfactuur voor openbare verlichting te kunnen beschikken.

Het is voor mij onduidelijk waarom het lokaal bestuur niet zelf zou blijven investeren. Ik zie niet duidelijk waar mijn cashvoordeel heen is? Bij wie kan ik terecht?

Specifieke vragen m.b.t. dashboards, waardering, … worden het best rechtstreeks met Fluvius opgenomen. Uw relatiebeheerder bij Fluvius is hiervoor de te contacteren persoon. Zo kunnen we op maat meer uitleg geven en zijn we zeker dat er geen fout is geslopen in onze simulatie.

Het dividend wordt gegarandeerd voor 6 jaar. Wat daarna?

Voor alle lokale besturen in Vlaanderen werd de impact van verledding tegen 2030 op het dividend gesimuleerd.  Hieruit bleek dat dit bij geen enkele lokaal bestuur aanleiding gaf tot een negatief dividend. In de simulaties werd uitgegaan van een stabiel dividend elektriciteit.  Dit werd in de raden van bestuur van de netbeheerders gegarandeerd onder voorwaarde van een stabiel gereguleerd kader.  Vandaag is er slechts zekerheid over dit kader tem 2020.  Dit wordt immers bepaald door de Vreg in de tariefmethodologie en wordt elke vier jaar herzien. Het dividend vastleggen voor een langere termijn is niet mogelijk en is, zoals aangegeven, afhankelijk van het regulatoire kader vastgelegd door de Vreg. 
Opmerking: in de simulatie zijn we ervan uitgegaan dat in de toekomstige regulatoire periodes dezelfde vergoeding voor het eigen vermogen zal behouden blijven, waardoor het huidige dividendbeleid dan kan worden voortgezet.   
We merken op dat in de berekeningen van Fluvius nog geen rekening werd gehouden met de mogelijke optie tot het opnemen van het energieverbruik in het aanbod van de netbeheerder.   Indien een lokaal bestuur deze optie wenst te nemen (dus energieverbruik als onderdeel van licht als een dienst), moet voor elk lokaal bestuur nagekeken worden of er voldoende jaarresultaat elektriciteit zal zijn.  Op basis van een eerste simulatie werd reeds vastgesteld dat dit voor enkele lokale besturen mogelijk niet het geval zal zijn omdat het jaarresultaat elektriciteit  onvoldoende hoog is. Nuttig is om hiervoor over de meest recente elektriciteitsfactuur voor openbare verlichting te kunnen beschikken. 

Welke totale overheadkosten rekent Fluvius aan voor deze dienst?

Op standaardmateriaal worden overheadkosten van 10 % gerekend. Op niet-standaardmateriaal gaat het om 30 %. 

Zijn de aanpassingen die nodig zijn om te kunnen dimmen opgenomen in de overname? Indien niet, zullen we hiervoor moeten bijbetalen?

In het rekenmodel is rekening gehouden met de evolutie naar de interactieve verlichting waardoor er meer mogelijkheden komen op vlak van dimming. 

Wat als de infrastructuur in de toekomst middelen genereert? Hoe zal dit ten goede komen van de lokale besturen? Wat zijn de verwachtingen hierover?

In de operationele overeenkomst is gespecifieerd dat “de netto inkomsten, die de distributienetbeheerder verwerft bij de ter beschikking stelling van de installaties openbare verlichting voor apparaten, verrekend worden via het resultaat van de distributienetbeheerder, wat een positieve invloed impliceert op het uit te keren dividend, cf. het geïndividualiseerd karakter van het aanbod openbare verlichting.”

Hoe gebeurt de berekening van het OV-dividend?

Er is geen dividend Openbare verlichting. De verrekening van de investeringen en exploitatiekosten openbare verlichting gebeurt via het jaarresultaat elektriciteit waarvan het vooraf gekende forfait wordt afgehouden zodat er minder dividend dan voorheen uitgekeerd wordt. Dit is beschikbaar in de simulaties per lokaal bestuur. 

Aanbesteding en uitvoering werken en onderhoud

Als er veel lokale besturen ingaan op het aanbod, zal Fluvius dat dan praktisch kunnen waarmaken?

Fluvius heeft zich geëngageerd om de verledding tegen 2030 samen met de lokale besturen waar te maken. Hiertoe heeft het intern en extern een aantal acties ondernomen en er is onder meer voorzien in een geleidelijke opbouw naar het nominale regime (50%,75% en 100% in de eerste 3 jaar). 
De proratering waarvan sprake is een maatregel die geldt als de budgetten van de jaaractieplannen van de toegetreden lokale besturen geaggregeerd worden bij de desbetreffende DNB en ver boven het nominale investeringsregime zouden liggen. In dat geval voorziet de maatregel in een evenredige verdeling van het beschikbare budget over de lokale besturen.  

Is er een verschil bij het nieuwe aanbod met het omgaan met verplaatsingsbevelen? Zijn de financiële modaliteiten gelijkaardig?

Verplaatsingen van lichtmasten op vraag van derden zullen nog steeds aangerekend worden. 

Er is weinig inzicht in hoe de prijssetting zal verlopen voor extra diensten die ontstaan en die de lokale besturen zouden vragen (bv. verhuur lichtmasten, …). Kan Fluvius hier meer inzicht in geven?

Fluvius heeft hierin een faciliterende rol, met name het mogelijk maken dat op lichtmasten andere apparaten dan de verlichtingstoestellen kunnen geïnstalleerd of aangesloten worden zodat er geen nieuwe (licht)masten moeten geplaatst te worden (“vrijwaring van het openbare domein”). Vandaag gebeurt dit eerder ad hoc en op offertebasis. 
In samenspraak met het lokale bestuur kunnen deze lichtmasten ook verhuurd worden aan derden en deze dienstverlening is in ontwikkeling. 
De netto-opbrengsten van deze dienstverlening komen ten goede van de lokale besturen (cf. operationele overeenkomst en reglement). 

Wat is het verschil tussen standaard- en niet-standaard verlichtingstoestellen?

De standaard verlichtingstoestellen staan als dusdanig aangeduid in de catalogus van Openbare verlichting. Dit zijn verlichtingstoestellen die voldoen aan de vereisten van Synergrid (Technische aanbeveling 005 voor uitrustingen voor openbare verlichtingen) en die voorwerp hebben uitgemaakt van een aanbesteding/prijsvraag. Niet-standaardtoestellen vragen gewoon meer werk en dit verklaart het verschil in toeslag.

Kan de manier waarop Fluvius bepaalt wat standaard is en wat niet geoptimaliseerd worden?

Er is overleg met o.a. de technologiefederatie Agoria m.b.t. wijze van aanbesteden. Er wordt onder meer onderzocht of de toetsing van de verlichtingstoestellen aan de kwaliteitscriteria kan versneld worden. 

Als een lokaal bestuur ingaat op het aanbod van Fluvius, wat gebeurt er dan met lopende OV-contracten van het bestuur?

Indien het gaat om de lopende investeringsprojecten is er voorzien in een transitieregeling waarbij er met het lokaal bestuur afgesproken wordt hoe deze optimaal kunnen verwerkt worden. 

Einde overeenkomst

Wat zijn de consequenties als een lokaal bestuur na verloop van tijd uit de overeenkomst wil stappen en wil terugkeren naar de huidige samenwerkingsvorm?

Het aanbod is omkeerbaar en het lokaal bestuur kan effectief beslissen om terug te keren naar de huidige samenwerkingsvorm. Op dat moment gebeurt er een verrekening van de nieuwe investeringen die door de DNB ten laste werden genomen en wat er nog overblijft van de oorspronkelijke inbreng. 

Stel dat het lokaal bestuur het beheer terug wil overnemen. Wat zijn dan de waarderingsregels?

De inbreng en de expertisewaarde worden via een notariële akte geregistreerd. Als een lokaal bestuur wil uittreden is dit de basis voor de resterende waarde van de ingebrachte installaties en is er ook de nog niet afgeschreven boekwaarde van de nieuwe investeringen.